Das Gebet Der Alten Dame
Rond als de wijnvlek van eergister
Op het vuile tafelblad
Spelen gouden druppels zonlicht
Op het koude tegelpad
En de rimpels in de vijver
En het vangnet van een spin
Zijn allemaal maar cirkels
Zonder einde of begin
En de tijd verslijt de dagen
Met de wijzers van de klok
Die de uren traag vermalen
Heel geruisloos, zonder schok
Er bestaat geen medicijn
Tegen oud of eenzaam zijn
's Avonds als je door je wimpers
Soms de zon ziet ondergaan
In een feest van gele vonken
Die in bloei lijken te staan
En de sterren op je netvlies
Trekken strepen in de lucht
Maar zodra de nacht weer nadert
Slaan je dromen op de vlucht
Door een klok met kromme wijzers
Die de tijd in stukken maalt
Ligt de zomer weer aan flarden
Want de klok heeft niet gefaald
Er bestaat geen medicijn
Tegen oud of eenzaam zijn
Tel de gladde kiezelstenen
Waarmee jij je zakken vult
Maar de mooiste ging verloren
Door je eigen stomme schuld
Toen je met haar langs het strand liep
Was elke schelp een juweel
Maar nu zie je niets dan keien
Groot en grijs en veel te veel
Hoor gefluister in het ruisen
Van de rusteloze zee
Als je haar dan niet kon missen
Waarom ging je dan niet mee
Bij het afscheid van de zomer
Zag je eindelijk gevaar
Toen elk blad een kleur kreeg
Van haar honinggele haar
De rimpels in de vijver
De webben van een spin
Zomaar cirkels in de ruimte
Zonder einde of begin
In een eindeloos refrein
Er bestaat geen medicijn
Tegen oud of eenzaam zijn
Roland Siebelink