Ik Vrees Dat Je Man Het Weet

Liefste schattebout, kleine poezeligheid

Ik bel je liefste, want ik moet iets kwijt

Niks echt concreet

Maar toch iets dat me bellen deed

Niet dat er wat mis zou zijn, ooh integendeel

Maar d' er is een klein dйtail, niks essentieel

Maar iets dat aan me vreet

Ik vrees dat je man het weet

Vanmorgen dronk ik koffie bij het keukenraam

En 'k zie tot m'n verbazing plots een kerel staan

Midden in m'n rozen, achteraan m'n huis

Hij is erg breedgeschouderd en struis

Ik denk ik doe alsof m'n neus bloedt,

'K gedraag me doodnormaal

Dus ik steek m'n hand op, yow!... vriendelijk, joviaal

Maar zijn middelvinger strekt zich,

Hij komt dreigend naar me toe

En z'n lippen, die lippen 'fuck you'

Ach, dat tot daar aan toe, laat dat nog toeval zijn

Misschien verwart die man mijn tuin met publiek domein

En ik ben geen profeet

Maar ik vrees toch dat je man het weet

Ik denk... ik negeer hem, geen paniek, geen stress

Maar dan zie ik uit m'n ooghoek zijn groene battledress

In z'n knuistige vuist, volstrekt illegaal

Een bazooka van zwart roestvrij staal!

Ik probeer nog te grappen: afghanistan ligt daar

Maar hij heeft geen gevoel voor humor,

Hij maakt z'n wapen klaar

Hij schoudert het monster, trefzeker en bekwaam

En richt het op m'n keukenraam

Ooh je weet m'n lief, ja dat huis van mij

M'n eigen nest, m'n trots, m'n levenskarwei

Ik meld met lichte spijt

Dat huis is verleden tijd

Daar lag ik dus, dakloos, bedolven onder steen

En ik voelde me, dat geef ik toe, een tikkeltje alleen

Maar al spoedig zag ik in een flits het relatieve van een huis

De kosmos wordt mijn nieuwe thuis

Dus ik bevrijd me, sta op, loop moedig naar hem toe

Hoewel lopen een groot woord is,

Eigenlijk hop ik naar hem toe,

Maar ik lijk iets te missen, ik voel me wat bedrukt

Die bom heeft m'n been afgerukt

Maar ik laat me niet kisten door het deserteren van een been

Ik ga 'm op z'n smoel slaan, ik haal uit en meteen

Blijkt, m'n arm hing los in m'n mouw

En verdwijnt nu bij de buren in de schouw

Maar wat kan mij die arm schelen, een mens heeft er immers 2

Dus op 1 been val ik aan, met een sprong, recht door zee

De sprong op zich was mooi, maar de landing eerder slecht

Die zak had een landmijn gelegd

Ach dat allemaal tot daar aan toe, laat dat dan nog toeval zijn

Maar de waarheid roert zich meer en meer in m'n brein

Een waarheid die aan me vreet

Schat, ik ben bijna zeker dat je man het weet

Liefste schattebout, 't klinkt misschien wat plomp

Je minnaar is helaas gereduceerd tot romp

Maar wat ik zeggen wou

Liefste, die romp houdt van jou

En als die liefde wederkerig is, m'n kleine hartendief

Doe me een plezier, en red me asjeblief

Je man heeft me begraven, ergens ver weg in een veld

2 meter diep welgeteld

Al is de toestand ernstig, geen reden tot paniek

Heb vertrouwen in het wonder der telefoontechniek

Maar haast je, want ik voel, er is iets dat aan me vreet

En het vreet deze keer heel concreet

Neem de E40, je rijdt Brussel voorbij

Na een klein uurtje bollen, kom je in de maas-vallei

Daar zie je een bord met... piep... liefste,

Dat piepje, dat ik net binnenkreeg

Zeg niet dat dat betekent... de batterij is bijna...