Eens In De Honderd Jaar
Het aangespoelde kind ontdoet zich van het zeewier
Rukt de schelpen van zijn huid
Hij gaat op puur instinct de levenslange weg op
Schopt de steentjes voor zich uit
Mama, eens komt hij thuis
Eens in de honderd jaar vindt hij zijn huis
Al gauw belandt-ie in een kinderhuis
Waar-ie 'm de eerste dag al is gesmeerd
Ze vinden hem weer terug en straffen hem ongenadig
En denken: zo, dat heb je afgeleerd
Mama, eens komt hij thuis
Eens in de honderd jaar vindt hij zijn huis
Hij leert al snel vertrouwen op zijn eigen kracht
En wantrouwt alles tot zijn dood
Hij verklaart de oorlog aan het kinderhuis
En saboterend wordt hij groot
Mama, eens komt hij thuis
Eens in de honderd jaar vindt hij zijn huis
Hij krijgt een heel gedegen delinquente scholing
En munt uit door zijn techniek
Hij wordt met vaste hand vroeg ingewijd
In alle kleuren van de erotiek
Mama, eens komt hij thuis
Eens in de honderd jaar vindt hij zijn huis
Hij laat zich later in de wereld gelden als een kind
Dat nooit een eigen naam had
Hij steelt het speelgoed van zijn vriendjes weg
Omdat hij zelf nog nooit eens iets bezeten had
Mama, eens komt hij thuis
Eens in de honderd jaar vindt hij zijn huis
Hij zoekt zijn leven lang naar
Vader, moeder, broer en zus die hij nooit heeft gekend
Hij slaat zijn hart te pletter in de maffe jungle
En denkt alleen maar: alles went
Mama, eens komt hij thuis
Eens in de honderd jaar vindt hij zijn huis