Johnny Van De Vier Seizoenen
Ergens loopt een jongen aan de dingen en zichzelf voorbij
Hij voelt zich onbezorgd en vrij
Naar de hel met tijd, want vandaag is een eeuwigheid
Verliefd op zichzelf heeft hij lief, z'n liefhebberij
Z'n hart is er nog steeds niet bij
Is nog vermomd, want wie weet wie er straks nog komt
Johnny van de vier seizoenen
Johnny van de kouwe grond
Z'n dagtaak is de nacht en het feest heeft de overhand
Z'n vrienden zijn aan hem verwant
En de tijd verhult hem, hoe hij langzaam voortschrijdt
Er is altijd wel iemand die hem meeneemt aan de hand
Naar de bergen of het strand
Hij is mooi en kiest zuinig zijn prooi
Johnny van de vier seizoenen
Johnny van de kleine fooi
Hij kent heel goed de regels van 't oude spel
't Is en blijft een kestie van precisie
Hij loopt heel gedwee met z'n weldoener mee
't Is en blijft een kwestie van klandizie
De tijd breit aan de lachrimpels zorgelijke rimpels bij
De jaren gaan niet meer opzij
En de nacht is niet meer van dezelfde kracht
Z'n jeugd trekt als een glimlachende page aan hem voorbij
Hij blijft achter en is niet meer vrij
Er is niet veel tijd en de dag is onzekerheid
Johnny van de vier seizoenen
Van de loze tederheid